Stijlvorm per (deel van de) roman
De titel van de laatste roman is gevallen, Voorwaartse verdediging, maar ook de gedachte over stijl en compositie komt op. Zo twijfel ik over het op de website plaatsen van deze essay-achtige fragmenten, want ik wil niemand wegjagen door de gehanteerde stijlvorm, alhoewel sommige romans bewust in een geheel andere stijlvorm zijn geschreven. Zo ben ik bekend met het gegeven, of liever gezegd, verkeer ik in de mogelijk onterechte veronderstelling dat een behoorlijk aantal mensen de stijlvorm meteen aan de schrijver koppelen, tenminste, dat sommige lezers die intuïtieve neiging hebben, waarbij een volgende stap betekent dat de beschreven persoonlijkheid van de hoofdpersoon in de roman wordt toegewezen aan de schrijver. Ik weet niet zeker of dit laatste ernstiger is en of deze vormen van onterechte toekenning met elkaar te maken hebben, alhoewel het allebei toch logische stappen, of liever logische denkfouten zijn: een mens is van nature beperkt en heeft maar beperkt tijd (evolutiepsychologie, stel ik me voor) wat leidt tot gemene delers en soms maar al te gemakkelijk gemaakte indelingen, indelingen die alleen door verder onderzoek of dieper nadenken tot het inzicht zullen leiden dat dit eigenlijk te eenvoudig is gesteld en nuance behoeft, wil men de werkelijkheid beter benaderen. Het komt in genoemde voorbeelden niet zozeer neer op gemakzucht als oorzaak, dat geloof ik niet, nee, eerder heeft het van doen met ervaringen die duiden op ‘bewijs’ of ‘logica’, want schrijvers die eenzelfde schrijfstijl vasthouden zijn in grote getalen aanwezig zo niet in de meerderheid, en een schrijver die ‘haar/zijn stem heeft gevonden’ betekent niets minder dan eenduidigheid in stijlvorm die liefst nooit wordt losgelaten. Evenwel is mijn doel immer om het gewenste sfeerbeeld van de roman, of een deel daarvan, te voorzien van een passende stijlvorm. Zo heb ik hard gewerkt om de stijl in De Kantelaar staccato te krijgen, met relatief korte zinssneden dan de meer natuurlijke stijl die ik in dit essay-achtige epos hanteer, want alhoewel deze stijlvorm mij denk ik beter ligt zou dat als sfeerbeeld in De Kantelaar volstrekt misplaatst zijn. Door deze houding, door dit zoeken van de juiste stijl bij de gewenste sfeer, is de idee van een ‘eigen stijl’ ontwikkelen feitelijk van de baan, alhoewel meer schrijven toch zal betekenen dat je je als schrijver langzaam maar zeker in een bepaalde richting beweegt. Het is tevens niet ondenkbeeldig dat hierdoor onderhuids, dus ondanks toepassen van een andere stijlvorm afhankelijk van de romansfeer, een bepaalde eigenheid ontstaat. Een mogelijk nadeel dat me te binnen schiet is dat door dit doelbewust zoeken naar andere stijlvormen, beter passend bij de romansfeer, je hiermee weinig herkenbaar zal zijn als schrijver, iets dat uitgevers over het algemeen niet zullen waarderen (niet dat dit van belang dient te zijn), terwijl het voordeel juist kan zijn dat je hiermee in relatieve anonimiteit kunt opereren, iets dat de hoognodige rust en contemplatie mogelijk maakt. Een andere mogelijkheid is dat zo’n eigenheid onderhuids al aanwezig is, dat zou me geenszins verbazen. En ergens is dat ook wel een mooi idee: de geoefende lezer zal dan de schrijver herkennen, zelfs al is de nieuwe roman geheel anders van toon en aard. Afijn, dit soort spontane gedachten opschrijven en op de website plaatsen zal denk ik niet bevorderlijk zijn en verwarrend kunnen werken, maar zoals al aangegeven schrijf je uiteindelijk voor jezelf en kun je hoogstens hopen dat dit enkele lezers zal interesseren. Grappig om te bedenken dat dit onderwerp in verschillende gedaanten naar ik meen ook is verschenen in de romans, waaronder in De Kantelaar waarin het onderwerp kunst een behoorlijke rol speelt, maar ook in Julia’s herinneringen en nu opnieuw in Voorwaartse verdediging waarin een mooie uitspraak van Geerten Meijsing over schrijven, uiteraard met naam en toenaam, is geciteerd. De eerlijkheid gebied me echter te zeggen dat het bespreken van de schrijfstijl als onderwerp beter kan worden weggelaten. Gelukkig is het op geen enkele manier een allesoverheersend thema geworden, maar veeleer een anekdote of voetnoot, want terwijl in De Kantelaar kunst als thema prominent is wanneer het over zingeving gaat, over haar kracht in de samenleving versus kunst om de kunst, is het onderwerp schrijven nagenoeg afwezig.