Ten tijde van het schrijven van de roman zagen we een wereldwijd opererend neoliberaal verdienmodel waardoor vooral de rijken meer winst wisten te genereren en hun rijkdom wisten te verhogen, terwijl de sociale en culturele gevolgen voor de samenleving niet louter positief uitvielen. Bij een volgende crisis gold het principe ‘never waste a good crisis’ en werd deze kans benut om wederom de neoliberale agenda te trekken. Kon er nog een kanteling plaatsvinden?
Culturele context
De culturele context: ten tijde van het schrijven van de roman ontstond er een toenemende druk op de samenleving door een nieuwe golf migratie van gastarbeiders en vluchtelingen. Dit zorgde in combinatie met toenemende werkloosheid en een grotere kloof tussen arm en rijk voor polarisering in de samenleving. Hierdoor ontstond wederom, na een korte periode van verbetering, een versterkt wij versus zij denken.
‘Democratie is een rechtstreeks antwoord op de wrok en de spirituele afkeer van de mensen voor wie de banalisering en de homogenisering van waarden een aanval betekent op de culturele diversiteit en oprechte spirituele en morele overtuigingen. Maar ze biedt ook een antwoord op de klachten van de mensen die in armoede en wanhoop zijn gedompeld ten gevolge van ongereguleerde mondiale markten en een kapitalisme dat teugelloos is geworden, omdat het zich heeft ontworsteld aan de humaniserende beperkingen die de democratische nationale staten het hadden opgelegd. (…) Als we geen alternatief kunnen bieden voor de strijd tussen Jihad vs. Mcworld, dan wordt het tijdperk dat nu voor ons ligt – postcommunistisch, postindustrieel, post-nationaal en toch sektarisch, angstig en intolerant – ook een hopeloos post-democratisch tijdperk. (…) Zoals het politieke totalitarisme van de fascistische en communistische wereld destijds tegen een verschrikkelijke tol aan mensenlevens heeft geprobeerd alle economische, sociale en culturele activiteiten te onderwerpen aan de eisen van een overkoepelend staatsapparaat, zo lijkt het economische totalitarisme van een teugelloze markteconomie te proberen de politiek, de maatschappij en haar cultuur ondergeschikt te maken aan de eisen van een allesoverkoepelende markt. Welke prijs we daarvoor moeten betalen is nog niet duidelijk.’ Benjamin R. Barber.
Psychosociale context
Om de sociale context ten tijde van het schrijven van de roman weer te geven kunnen we het beste eenvoudigweg Paul Verhaeghe aan het woord laten: ‘Vandaag ervaren we de negatieve bijwerkingen van het neo-liberale model. Niet alleen in de wachtkamers van psychologen, maar evengoed in onze collectieve gemoedstoestand. We hebben nog nooit zoveel keuzevrijheid gehad. Maar eigenlijk is die vrijheid een illusie. ‘De boodschap is: je bent verantwoordelijk voor je eigen succes en falen. Als je je maar voldoende inzet, ga je het maken. Maar ook: als het niet lukt, is het je eigen schuld. Het gevolg is dat steeds meer mensen gebukt gaan onder vernedering, schuld en schaamte. Als eye-opener zeg ik tegen mijn studenten: de eerste belangrijke keuze die je moet maken in het leven, is die van je ouders. Als je daar verkeerd kiest, heb je een probleem. Om maar te zeggen: er zijn veel dingen die je níét kiest. Je omgeving en je afkomst zijn bijzonder determinerend. En toch zijn we ervan doordrongen dat je succes volledig in eigen handen hebt. Ook kinderen denken zo. Weet u dat het voornaamste scheldwoord op de speelplaats vandaag ‘loser’ is? We willen allemaal winnaars zijn. Maar dat gaat natuurlijk niet. Vanaf acht à tien jaar begint een groot deel uit de boot te vallen. Die maken ‘het’ niet. En al heel snel krijgen ze een label opgeplakt. Om het met een boutade te zeggen: we hebben nog twee soorten kinderen, hoogbegaafde en gestoorde. Waar is de middengroep naartoe? In de eindtermen is uitdrukkelijk gedefinieerd: alle leerlingen moeten ondernemers van zichzelf worden. Ze moeten zichzelf als bedrijf beschouwen, en vaardigheden ontwikkelen om hun marktwaarde te verhogen. Dat zou op zich niet slecht zijn, ware het niet dat het individueel competitief wordt ingevuld. Je moet het halen ten koste van de ander. Sociale banden en solidariteit worden systematisch doorbroken. Het is zo niet bedoeld, maar het is wel een neveneffect van het competentiestreven. En dan zijn we verbaasd dat jongeren egoïstisch en materialistisch zijn. Dat ze onrealistische verwachtingen hebben. Maar we hebben ze zo gemaakt. Het neoliberalisme is mijlenver afgedreven van het liberalisme, dat autonomie van het individu vooropstelt. Neoliberalisme is een blind efficiëntiestreven dat alles in cijfers giet. Eigenaardig: men gaat kwaliteit uitdrukken in kwantiteit. Terwijl dat net een contradictio in terminis is. Dat heb ik geleerd van de Schotse moraalfilosoof Alasdair MacIntyre: de nieuwe morele norm is ‘effectiviteit’. Maar eigenlijk bedoelen we ‘winst’. We zijn niet geïnteresseerd in beter, maar in meer. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we werken. We moeten voldoen aan output targets die top-down gedefinieerd worden. De werknemer heeft daar nauwelijks iets over te zeggen. We krijgen verantwoordelijkheid zonder macht. Er zijn formats, processen, protocols die tot op de komma vastleggen wat je moet doen, en hoe. Autonomie en creativiteit vallen weg. En binnen de kortste keren kan het ons niets meer schelen. We vervreemden van onze arbeid.’
De interesse van de Belgische hoogleraar klinische psychologie en psychoanalyse Paul Verhaeghe gaat uit naar de relatie tussen maatschappelijke veranderingen, identiteit en mentale stoornissen. Dit onderwerp kwam onder zijn aandacht door het groeiende aantal mensen in zijn omgeving dat met angstige en depressieve gevoelens kampt. Verhaeghe begon te vermoeden dat dit geen individueel, maar een maatschappelijk probleem is. The survival of the fittest is misschien een mooie theorie op papier, maar als het toegepast wordt op de menselijke werkelijkheid blijkt het desastreus. De wereld van de self-made man is hard en eenzaam. In een maatschappij waarin je zelf verantwoordelijk bent voor je succes, is het je eigen schuld als je niks bereikt. Er is geen genade voor verliezers. Eigenwaarde verdwijnt als niemand je nodig heeft.